De historie van Unitas'30 (1946 t/m 1970)

Tot 1949 was het terrein aan het Patteluk niet meer dan een boerenwei, waarin de greppels nog verzonken lagen, maar in dit (alweer) kampioensjaar werd met vereende krachten de wei herschapen in een echt voetbalveld (ook bereikten we in dit jaar de finale van de beker). Eigen leden en sympathisanten spitten op grote diepte eigenhandig het veld om, egaliseerden het, voorzagen van drainage en zaaiden het in.
 
De grote promotor bij dit werk was de toenmalige geestelijke adviseur kapelaan Bruijns, die niet aarzelde ook de schop zelf ter hand te nemen. Dit terrein werd een gezellige home, vandaar dat de resultaten navenant waren: in 1954 volgde weer een kampioenschap en promotiewedstrijden met Noordhoek moesten de beslissing brengen wie er zou promoveren. Thuis wonnen we gemakkelijk, maar daar verloren we op een miniveldje met 2 – 1. Een beslissingswedstrijd bij V.E.S. moest uitkomst brengen. Unitas dacht tijdens die wedstrijd ernstig gehandicapt te zijn, daar onze rechtsbuiten geblesseerd was. Niet getreurd en de jonge Adrie Prins van het 2e werd opgesteld: hij maakte twee doelpunten en we promoveerden naar de 4e klasse. Kort daarna emigreerde hij naar Australië (in 1997 heeft hij Unitas toch nog een keer bezocht).
Ook in 1958 werden we kampioen, maar de promotiewedstrijden waren te veel, maar het jaar daarop lukte het wel; Halsteren werd twee maal verslagen, met een doelsaldo van 9 – 1 en we zaten in de derde klasse.

Het ging niet altijd halleluja, want in 1961 moesten we met Virtus uitmaken wie er zou degraderen. Unitas won die wedstrijd met 3-2- in de verlenging, maar Virtus diende een protest in, wat later niet ontvankelijk werd verklaard. Geluk voor Unitas.
Maar het ging steeds beter en in 1964 werd Unitas kampioen in de 3e klasse en promoveerde naar de 2e klasse. We scoorden 79 doelpunten! We hadden een prima elftal in die tijd.
 

 

 

Afb.: staand vlnr: Jan Berk, Ad Timp, Gerrit Goutziers, Mario Frijters, Chris Prins, Toon Nouws en Theo Hermans (grensrechter). Knielend vlnr: Henk Tak, Leo van Ginneken, Ries Hendrikx, Anton Frijters en Anton Vermunt.

Dit succes stimuleerde de plannen tot de bouw van een eigen clubhuis. Dankzij de zelfwerkzaamheid van eigen leden, de hulp van het gemeentebestuur en verder geleverde hulp door de Leurse gemeenschap, kwam een riant gebouw tot stand. Bij de bouw werd voornamelijk gebruik gemaakt van het hout van noodwoningen, die aan de Oranjelaan hun dienst hadden gedaan. Het werken met dit tweede hands materiaal had tot gevolg dat er weken aan een stuk met een ploeg mensen spijkers uit het hout moesten worden getrokken. Als het nodig was liet het bestuur een kratje bier aanrukken en dan werd er een nacht bijgepikt.
Zo kwam het eigen home af, kort nadat de familie van Oosterhout, waar Unitas vanaf de oprichting haar clubhuis had, haar café had gesloten.
Wat een bezit! Een eigen clubhuis: koffie na de training, zondags thee bij de hand, gelegenheid om andere besturen te ontvangen en vooral om na de wedstrijd nog gezellig wat na te kaarten rondom de potkachel.

Het bezit van een eigen home heeft tot de verdere groei van de vereniging en tot de versteviging van de onderlinge betrekkingen ongetwijfeld sterk bijgedragen. Het werd het centrum van het clubleven. De steeds betere verhoudingen waren eveneens van invloed op de prestaties.
 
Wie herinnert zich ook niet de derby’s met Internos en Rood Wit tijdens de 60-jaren: tribunes werden bijgebouwd en bezoekersaantallen van 2.000 tot 3.000 toeschouwers stonden langs het veld. Wat een tijden waren dat. Toen vonden de mensen de weg nog naar het voetbalveld: weken van tevoren werd al over gesproken, vooral tussen de inwoners van de Leur en Etten.
Prachtige momenten, misschien wel de mooiste tijden.

Nu een betere begeleiding mogelijk was, werden op het sportieve vlak steeds meer klinkende prestaties geleverd met als hoogtepunt het kampioenschap in de tweede klasse in 1967. Unitas promoveerde naar de eerste klasse! Een hoogtepunt in de geschiedenis van de Leur.
 

 

Afb.: Bovenste rij vlnr: Jan v/d Berk, Henk Willemsen, Ad Timp, Henk Tak, Kees Bakker, Toon Vermunt, Mario Frijters en Alfons Hendrikx. Middelste rij vlnr: Driekske Teunissen (materiaal), Piet Tielemans, Broer van Dijk, Louis Timp, Gerrit Goutziers, Ries Hendrikx, Toon Nouws en Walter Langen (trainer). Onderste rij vlnr: Koos Aarts (bestuur), Willem van Dongen (bestuur), Willem v/d Broek (voorzitter), Robert Raaijmakers (secretaris) en Theo Hermans (grensrechter).  
 
Lang heeft dit succes niet geduurd; op het einde van die competitie stonden we weer in de tweede klasse. Dit heeft verscheidene oorzaken gehad:
1e: Unitas was gewend om stevig aan te vallen in de 2e klasse. Men dacht dat in de 1e klasse ook te kunnen en het ging wel, maar ten koste van veel tegengoals. Gebrek aan routine dus.
2e: De pech. Maar dat is altijd zo als je in de onderste regionen vertoeft.
3e: De blessures. Unitas speelde diverse wedstrijden met te veel invallers en daaruit bleek dat onze selectie in die tijd te klein was voor die klasse.
En zo verlieten we ons voetbalveld op het Patteluk op de Leur in 1970, terwijl we dus weer in de 2e klasse stonden.
 

 


 

We gingen naar een nieuw sportpark: De Lage Banken. We moesten daar de velden delen met Internos. Om de beurt speelden we op het hoofdveld, wat nu het atletiekveld is.
Menig Leurenaar had er een hard hoofd in om niet meer op de Leur te voetballen.
Als dat maar goed zou gaan op het nieuwe sportpark, zo wijd van de Leur. Achteraf gezien een goede zet geweest om wel te verhuizen, daar we vanaf die tijd sterk gingen groeien. Veel aanwas vanuit de nieuwe wijken en ook uit Etten.


Bekijk hier de periode vanaf 1970 t/m 2010. 

Terug naar boven